Maandag 25 juni. We gaan vandaag richting Bundaberg aan de
oostkust. Volgens het weerbericht is het daar wat regenachtig maar knapt het
wat verder in de week weer op. De dag- en nachttemperaturen zijn er een stuk
hoger dan in de outback.
Voordat we Cunnamulla uitrijden gaan we eerst tanken, het
centrum bekijken en boodschappen doen. Er is een kruidenierswinkeltje waar we
binnen gaan.
Op een pleintje zien we een standbeeld van een zeer bekende
Australische zanger en muzikant uit de oude tijd de “Cunnamulla Fella” Slim
Dusty.
We kiezen ervoor om via de Balonne Hwy naar het oosten te
rijden. Een niet erg gelukkige keuze want de weg vanaf daar tot zowat aan de
kust is een drama. Het is een echte 400 km lange outback weg met gaten, kuilen,
hobbels en schansen waar je af en toe door gelanceerd wordt. Ik laat later wat
lucht uit de banden lopen want we rammelen echt uit elkaar straks. Zo, dat
helpt. Straks als de weg beter wordt brengen we de boel wel weer op spanning.
In het plaatsje Bollon pauzeren we even en bekijken het
plaatsje. Hier zouden we graag nog eens terugkomen. Wat een klein en
alleraardigst dorpje. De mensen zijn in deze gebieden ook zo vriendelijk.
Bij het bezoekerscentrumpje vragen we aan de bejaarde
medewerkster wat de beste plek is om koala’s te bekijken want deze plek staat
bekend om zijn koala’s. Ze moet ons teleurstellen. Er zijn er de laatste tijd
geen gesignaleerd terwijl ze vroeger tot in het dorp kwamen. Zij vermoed dat de
koala stand net als in veel andere gebieden sterk aan het achteruitgaan is.
Voor een deel wijt ze dat aan de stadshonden (town dogs) die een koala niet
versmaden.
Verder rijdend met een gangetje van 100 km per uur, zien we
plotseling een emoe uit de bosschages richting de weg rennen, zich bedenken
weer terugrennen de bosjes in om er meteen daarop weer uit te sprinten om met
ons mee te rennen evenwijdig aan de weg. Vervolgens schiet hij als een speer
voor onze bus langs naar de andere kant. Marian en ik liggen in een deuk. Onze
snelheid hadden we inmiddels drastisch verminderd natuurlijk. Dit alles roept
beelden bij ons op van Miep, Miep, Roadrunner.
Bij St. George rijden we via de brug over de Margaret River.
Op een rustplaats net over de brug pauzeren we en eten wat om een half uur
later onze weg te vervolgen richting Moonie.
Volgens ons boekje is er een
camping. Als we er aankomen blijkt het een roadhouse (tankstation) te zijn dat
tevens dienst doet als dorpshuis, vergaderruimte, pub en restaurant. Geweldig.
Op de parkeerplaats er naast nemen we een plekje op een stroomplaats.
We gaan straks een outback hapje eten in het roadhouse.
Lijkt ons leuk.
Het is lekker weer ondanks de bewolking. We zetten het
tafeltje en de stoeltjes buiten op en hebben uitzicht op de kruising waar van
allerlei verkeer samenkomt.
Zo zien we ook, naar wat later blijkt, een jonge Japanner
met een grote rugzak op een racefiets. Niets is te gek hier. Blijkt om een
student te gaan die een jaar door Australië trekt. Als het al schemerig wordt
staat hij op zijn kaart te kijken welke kant hij op moet. Ik ga naar hem toe om
hem af te raden nu nog die donkere wegen op te gaan. Je wordt zo naar de andere
wereld gereden door een roadtrain. Dat zijn vrachtwagens met drie aanhangers
met een totale lengte van bijna 55 meter die met 110 km per uur urenlang
doorrossen over de eindeloze wegen. Zij zijn ook de grootste boosdoeners van
allerlei “road kill”, het tot moes rijden van allerlei dieren zoals koeien,
schapen, geiten, kangoeroes en emoes met hun enorme bull bars.
Hij weet dat het gevaarlijk is en probeert een lift te
krijgen van een vrachtwagen. Veel succes jongen doe voorzichtig. Hij lacht
vriendelijk en bedankt me.
Het eten in het roadhouse is goed en we genieten er van. In
de bus nemen we nog een kop koffie en spelen een spelletje. Morgen weer verder.
-.-.-.-.-
Monday 25
June we leave de caravanpark and have a look in the centre of Cunnamulla. We do
some shopping. On a square we see a statue of well known Australian singer and
musician from the old days Slim Dusty the “Cunnamulla Fella”.
We aim for
Bundaberg or Hervey
Bay . We choose to get
there by driving over the Balonne
Hwy. Not a happy choice. The road is extremely bad
with a lot of corrugation and rough surface. It keeps this way so I decide to
lower the tyre pressure in order to arrive in one peace.
In the
little place of Bollon we have a rest and have a chat with an older lady of the
visitor centre. This is the koala area but she has to disappoint us. They
haven’t seen them for a while. They used to get in town but not anymore
probably due to town dogs. Bollon is one of those small places where we would
like to go back to one day. We like all the places in the outback.
When we go
on we suddenly see an emu running out of the bushes, running back into it and
coming back again. We already decreased our speed when it decides to cross the
road. It was so funny. The resemblance with Miep, Miep, Roadrunner crosses our
minds. Marian and I are laughing our tales off. It was so funny.
At St.
George we pass the Margaret
River and have a rest
near it. We have lunch and continue after half an hour.
Just before
4 PM we arrive at Moonie Roadhouse and stay there for the night. It’s cloudy
but not cold. We can sit outside.
We have
dinner in the roadhouse and enjoy a real outback steak.
-.-.-.-.-
Geen opmerkingen:
Een reactie posten