woensdag 20 juni 2012

Naar Port Augusta.

Maandag 18 juni worden we wakker in een goede motelkamer van Ceduna Motor Inn. We halen ons ontbijtje uit de bus en eten dat op in de kamer.
We rijden naar het centrum omdat we nog boodschappen moeten doen. We lopen daar de lange houten pier op en kunnen zo Ceduna vanaf zee bekijken.
Hierna gaan we naar een Aboriginal Art Gallery. Marian wil er graag naartoe. Ik ben wat sceptisch maar moet bijna een uur later mijn visie bijstellen.
We worden daar alleraardigst ontvangen door de coördinatrice Pam. We mogen het atelier in waar een Aboriginal vrouw aan een enorm doek aan het werken is. Men krijgt geregeld opdrachten binnen om dingen te maken. Vooral van instellingen en (semi) overheden.
We krijgen werk te zien van een zeer getalenteerde jonge Aboriginal man genaamd Beaver. Zijn kracht ligt in het schilderen van landschappen. We zouden er zo één willen kopen en meenemen maar het is te groot. Pam vertelt ons verder nog veel over de omgeving. Ze toont ons ook nog foto’s van kampeertripjes die zij heeft met o.a. haar (Aboriginal) collega’s. Ze maakt er kennis met hun jachtmethoden en manier om te overleven in de bush. De details laten we liever onvermeld.
Als dank voor alles doneren we een bedragje in een daarvoor bestemde bus.





We hebben trek in koffie en een broodje en rijden naar het kustplaatsje tevens haventje Thevenard. Er wordt een flink schip geladen met diverse spullen waaronder zout, een soort gips en graan. Op het uiterste puntje van het schiereiland parkeren we de bus bij een uitkijkpunt, klappen de stoeltjes uit, eten en drinken wat, genieten van het zonnetje en het uitzicht over zee. De wind keert wat na een uurtje en we besluiten terug te gaan.
Als we weer bij het motel terug komen kunnen we nog steeds lekker in ons windstille hoekje in de zon zitten met een drankje. ’s Avonds kijken we een filmpje op TV.

Dinsdag 19 juni laten we ’s morgens vroeg Ceduna achter ons op weg naar Port Augusta ongeveer 460 km verder naar het oosten waar we van plan zijn te overnachten. Omdat we ook naar Adelaide gaan om de bus een onderhoudsbeurt te laten geven komen we op het idee om een stuk af te snijden door een ferry te nemen van Lucky Bay naar Wallaroo.
Bij Wudinna moeten we beslissen wat te doen omdat de weg zich daar splitst. We besluiten naar het bezoekers informatiecentrum te rijden om te vragen wanneer en of de ferry de gaat en wat het kost. De juffrouw is ons zeer behulpzaam en verstrekt ons de gewenste informatie. De overtocht duurt 2 uur en de kosten bedragen slik 210 dollar. Dat vinden we toch wel een beetje veel en zij is dat helemaal met ons eens. Zij vindt ook dat het anders kan en moet.
In het centrum zien we een schitterende houtbewerkte kangoeroe. Ze vertelt ons wie het gemaakt heeft en ter gelegenheid waarvan.
Omdat het een agrarisch gebied is waar we doorheen rijden heeft een andere kunstenaar een groot granieten beeld gemaakt van de “Australische boer” dat naast het centrum staat.
We rijden ook langs de plaats Iron Knob, de geboorteplaats van de Australische staalindustrie die begon rond 1880. Er werd ijzererts van hoge kwaliteit gewonnen. Het was een vorm van dagmijnbouw. Als je vanaf een afstand er naar kijkt dan doemen beelden op van een oude Arabische vestingplaats gelegen op een rotsformatie. Er zijn schuine wat spits toelopende flanken.
Na een tijdje komen we bij Port Augusta aan. We herinneren ons nog de lange brug die over de Spencer Golf loop. Aan de overkant gaan we als eerste bij Woolworth naar binnen om internet op te waarderen.
Hierna zoeken we een camping en rijden met behulp van onze navigatie weer over dezelfde brug terug naar Shoreline Caravan Park. We nemen een plaatsje “en suite” dat zoveel wil zeggen als een eigen klein gebouwtje met WC, douche en wasbak naast de bus. Het is lekker weer waardoor we buiten kunnen zitten. Heerlijk. 




Vlakbij staat een ouder koppel waar we mee aan de praat raken. Ze vinden ons kennelijk wel aardig want even later worden we in hun caravan uitgenodigd voor een wijntje en om wat kaas weg te prikken.. Zij heet Pauline en hij Stan. We babbelen gezellig  met ze over hun en onze reizen. Zij zijn ook in Europa geweest.
Na het bezoekje maak ik warm eten en ’s avonds doen we nog een spelletje. Het is nu wel koud en we laten ons kacheltje lekker aan als we ons bedje induiken. Niks koude voeten.
                                              

                                                                       -.-.-.-.-

Monday 18 June we wake up in a nice room from the Ceduna Motor Inn. We fix a breakfast and drive to the centre because we have to buy some groceries.
We walk over the jetty there and have a look at the Ceduna beach line from the sea side.
After that we visit the Aboriginal Art Centre where we are welcomed by the coordinator called Pam. She shows us around and takes us to the studio where an Aboriginal woman is working on a big painting. She also shows us work from a very talented young Aboriginal man by the name of Beaver. Landscapes are his specialty.  Pam tells us a lot about the area. She shows us photo’s from little escapes with her (Aboriginal) colleagues, a bit of their way of life, hunting methods and things like that. I’ll leave the details out when it comes to hunting. After more than an hour we thank Pam for her kindness, whish them all the best and say goodbye.
We want to have lunch outside in the sun so we drive to a nice lookout near the little harbour of Thevenard.
When the wind changes it’s direction we go back to the motel. In the evening we watch a movie on the tele. After that we call it a day.


Tuesday 19 June we are on our way to Port Augusta some 460 km’s to the east. Our finally destination for tomorrow is to get to Adelaide to have a look over there and to have the bus serviced.
While driving we discuss the possibility of a shortcut to Adelaide by taking the ferry from Lucky Bay to Wallaroo.
At the Wudinna visitor centre we are told that the ferry goes twice a day. The costs are considerable so we decide not to take the ferry.
Outside the centre is a big granite sculpture from the “Australian Farmer”. The area is a agricultural one.
On our way we pass Iron Knob that once was a mining city in 1880. The mountain they mined  looks weird from a distance. It looks like a an old Arabic fortress up a mountain.
When we get to Port Augusta we recognize the bridge over the Spencer Gulf. On the other side we drive to Woolworth to have our mobile broadband recharged.
We spent the night at the Shoreline Carvan Park and have an “en suite” site. There we meet an older couple who invite us for a zip of wine and cheese. Among other things we have a talk about their and our journeys and experiences.
Later on I make dinner and we play a game. When we go to bed we leave the heater a bit on. No cold feet no more. Nope.

                                                           -.-.-.-.-




2 opmerkingen:

  1. Mag je ook jaloers zijn op mensen die zo genieten...;-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Nou, vooruit. Maar eh, jullie laten je ook niet onbetuigd hoor!

      Verwijderen