dinsdag 26 juni 2012

Verder noordelijk naar Cunnamulla.


Zondag 24 juni. Er ligt ‘s morgens rijp op het gras dus dan weet je het wel. Teenslippers aan en gauw douchen. Lekker warm. Wat eten en een kop koffie en weg zijn we. De zon schijnt heerlijk dus prima start.
We rijden het stadje verder in want daar hadden we gisteren even geen zin meer in. Wat zien die outback dorpjes er toch geweldig gezellig uit. In sommige waan je jezelf onderdeel van een western film met van die oude houten gebouwtjes en dito bouwstijl. We maken best veel foto’s want er is veel te zien.
Eén van de meest bezochte plekjes schijnt een groot bierblik te zijn bij een hotel. Daar gaan wij dus ook even langs. Het is inderdaad bijzonder. Volgens beschikbare informatie is het bierblik 5 meter hoog en heeft het een diameter van 2.50 meter. Er kan 22.000 liter in.

                                          Ingang camping Cobar

                                         22.000 liter krijgen we niet op in één jaar

                                         Cobar bezoekerscentrum

                                         Lekkere ruime lift voor twee man

                                         Bush baby

                                         Prairiegras

Ook het bezoekerscentrum is het bekijken waard. Eind 1800 en later werd hierin de administratie gevoerd van de mijnmaatschappij. Er tegenover zijn wat oude spullen tentoongesteld die laten zien hoe vroeger de mensen werden neergelaten in- en hoe materiaal uit de mijn omhoog werd gehesen. Foei, je moet geen last hebben van claustrofobie, ook niet een heel klein beetje.
Een half uurtje later gaan we op weg naar een plaatsje Cunnamulla via Bourke. Dan hebben we onze kilometers voor vandaag weer gehad en overnachten we daar.
Onderweg zien we enorme grote vlaktes met een soort van graan (wheats) dat er verbouwd wordt. Maar er zijn ook enorme grote gebieden met prairiegras noemen we het maar. Daarin zien we zeer regelmatig kangoeroes maar ook emoes rondlopen. Zoveel en zo vaak dat het bijna normaal begint te worden. 
Helaas komen we ook regelmatig doodgereden dieren tegen. Zelfs een enkele emoe is het slachtoffer.
In Cunnamulla rijden we naar de camping. De entree en de verwijzing naar de beheerder (caretaker) zien er wat knullig uit. Het kantoor is vrij sjofel en de ongeveer 40 jarige dame in een oude korte broek, een soort trui met grote schoenen doet vermoeden dat het wat armoedig is allemaal. Het tegendeel is echter waar. De plaatsjes zijn dik voor elkaar. Alles is prima verzorgd en zelfs beter geregeld dan op de zogenaamde 3-4 sterren campings. Zij onderstreept de  gastvrije outback mentaliteit als zij ons uitnodigt om over een uurtje (17.00 uur) bij het kampvuur te komen zitten. Niet veel later wordt het n.l. al donker.

                                                           -.-.-.-.-

Sunday 24 June starts with frost on the grass. We put on our thongs and take a hot shower. Boy that feels good.
The sun shines but the temperatures are still low. Nice start of this brand new day.
We have our breakfast and leave the park.
We have a closer look into this little town. The outback villages and small towns often make you feel like you are part of an old western movie.
In the centre of Cobar seems to be a huge beer can at the hotel. We find it and shoot some photo’s. Near the beautiful old administration building of the mining company from the old days in which the visitors centre is located now a days, we can see some gear that was used to get people into the mine. Boy one should not be claustrophobic.
After half an hour we are on our way to Cunnamulla via Bourke. Cunnamulla will be our destination for today.
It’s a beautiful area that we drive through. There are big fields where the farmers grow wheat. But we also see a lot of prairie grass as we would call it with a lot of wildlife in it.
When we get to Cunnamulla we directly go to the caravan park. We are a bit tired. It shows a bit shabby when we drive in but the opposite is true when we are settled. It’s well organized and even better than the so called 3-4 star parks. The lady caretaker in the back of the park is very friendly. She wears an old short, kind of sweater and big shoes. She is definitely a no nonsense person. She shows us the outback hospitality when she asks us to come and sit at the camp fire that starts in an hour.

                                                           -.-.-.-.-

Geen opmerkingen:

Een reactie posten