Maandag 4 juni om 07.30 staan we op. We knappen ons gauw op want we hebben nogal wat kilometers te maken. We hebben alle batterijen opgeladen en de watertank helemaal vol gedaan. We gaan waarschijnlijk een nacht wild kamperen.
Om 08.30 uur willen we de beheerder en zijn vrouw groeten maar het kantoortje is nog dicht. Het is een nationale feestdag. We hebben nog wat foto’s van de camping genomen als een prettige herinnering.
We gaan op weg naar Esperance waar we in 2007 ook zijn geweest maar die reis moesten we afbreken in verband met het overlijden van Marian’s vader.
We zullen het waarschijnlijk over twee dagen verdelen omdat het anders te lang achter het stuur zitten wordt.
We rijden door het plaatsje Pemberton. Het is een kleine plaats maar met een opvallend hotel in de oude stijl. Even een kiekje ervan.
Voor de plaats Walpole begint het schitterende woud met Karribomen. Het gebied staat er om bekend. Er zijn speciale wandelbruggen langs de toppen van de bomen in de “Valley of the Giants”. We rijden er nog even langs maar gaan er niet naar binnen want ze vragen er nu, in tegenstelling tot vroeger, flink entreegeld voor.
In het havenplaatsje Albany lunchen we en verkennen het centrum. Het gemeente huis (Town Hall) is een monumentaal gebouw dat we op de gevoelige plaat vastleggen.
We hebben er al een paar uur opzitten en Esperance is nog 577 km verder. We rijden nog 200 km en zetten de bus aan de kant op een mooie parkeerplaats aan de Pallinup River. Er staan nog drie kampeerders. Dat hadden we niet verwacht maar het is wel gezellig.
Morgen weer verder, nu eerst even bijkomen.
Dinsdag 5 juni staan we pas om 08.00 uur op. De zon heeft moeite om door te breken. Het is een koude nacht geweest. Als de zon niet schijnt is het in het zuiden uitgesproken fris in deze tijd van het jaar. Het is hier de meteorologische winter. Meer naar het zuidoosten wordt dat alleen maar erger dus we gaan zien wat we doen. In ieder geval gaan we naar Head of Bite op ongeveer 1/3 van de breedte aan de zuidkust van Australië om walvissen te spotten. Maar dat is nog bijna 1000 km verder.
In Raventhorpe stoppen we en houden een koffiepauze bij een kleine uitbater aan de doorgaande weg. We zitten lekker in het zonnetje op de veranda. Dat hadden we even nodig.
De route die we volgen is heel erg mooi. De weg slingert zich over flinke hellingen langs weilanden afgewisseld door bossen. In dit gebied worden naast koeien ook veel schapen gehouden. Hier en daar zien we kleine groepjes emoes.
Dichter bij Esperance begint de mijnbouw weer. We zien vanuit de bus in de verte een berg die wordt afgegraven. Zonde. Het lijkt wel een open wond in onze mooie aarde.
In Esperance aangekomen herkennen we de camping waar we vroeger hebben gestaan meteen. Toch rijden we eerst naar het centrum om boodschappen te doen.
Om 15.10 uur staan we op de camping op ons oude plekje. Heel gek maar het geeft och een beetje gevoel van thuiskomen.
’s Avonds bakken we heerlijk gekruid en gemarineerd gehakt met een aardappeltje, sla en jus. Bakje koffie erop en onze dag kan niet meer stuk.
Woensdag 6 juni begint mijn gevecht met een slaapzak ritssluiting. Vannacht toen ik er even uit moest liep hij vast en vanmorgen kreeg ik hem nog niet los. Helaas moest ik zoveel kracht aanwenden dat de rits het begaf. Degene die kamperen of gekampeerd hebben kennen dit probleem met de rits wel neem ik aan. Na al die jaren hebben ze er nog steeds niets op gevonden. Marian heeft de machine aan het werk gezet en de was opgehangen. We ontbijten voor ons doen extreem laat en zijn rond 10.00 uur pas klaar.
Rond 10.30 uur gaan we wat dikker gekleed dan normaal te voet over de Esplanade naar het centrum. Bij Woolworth verlengen we de internet bundel om het blog te kunnen blijven bijwerken.
Bij de Mac drinken we onze favoriete koffie en wandelen daarna rustig terug over de schitterende Dempster Street met de mooie hoge en oude pijnbomen. Die bij het postkantoortje is het oudst en is daar door de “postmaster” in 1896 geplant. Er is een zitje omheen gebouwd om in de warme maanden lekker onder te kunnen zitten in de schaduw. Even verderop lopen we door een straatje met huisjes uit de oude tijd. Nu zitten er galerietjes of art shops in. Op bordjes voor de gebouwtjes staat welke functie zij vroeger hadden.
Morgen beloofd een regenachtige dag dus is het misschien verstandig om in de bus te stappen en naar Cape Le Grand te rijden. Het moet een “must see” nationaal park zijn. Het erin gelegen Luncky Bay moet het mooiste strand van de wereld hebben. Het is wel geen zwemweer hier in het zuiden maar wellicht toch het kijken en er over wandelen waard. We kunnen er kamperen en misschien doen we dat ook tenzij het weer zo slecht is dat we toch weer terug gaan naar Esperance. We zien wel.
.-.-.-.-.-.-
Monday 4 June we rise early because we have a lot of km’s to drive. Everything is recharged en the water tank is full so ready to go as we plan to make camp on a rest area underway.
At 8.30 AM we leave and stop at the office to say hello to the friendly staff but they are still closed because it is a special holiday.
Our plan is to go to Esperance where we were in 2007 but had to stop our journey because of Marian’s father who died.
So we go east from now on and enter Pemberton. Small country town with a beautiful old hotel. We make a picture of it.
Just before Walpole the Karri tree forest starts. We have a look at the Valley of the Giants. The Karri trees are sky high over there. We don’t go in. We have seen it before. Not because of the money on itself but he entrance prices are ridicules high. Not at all like some years ago.
In Albany we have lunch and have a look in the centre. We take some pictures of old and picturesque buildings like the Town Hall.
We drove several hours and Esperance is still 577 km’s away so we continue. After 200 km’s we pull over and park the car on a rest area just beside the Pallinup River . There are a few more campervans. We didn’t expected it considering it is not the season to travel around in the south but they are there. It’s O.K. and pleasant.
Tuesday 5 June we rise at 8 AM. It was a cold night. For sure the winter has begun. When the sun is not shining it’s really cold and we have to power up the heater a little bit. More easterly it is even colder so we will have to make up our minds what to do. In any case we want to go to Head of Bite for whale watching but that is almost another 1000 km’s from Esperance.
In Raventhorpe we have a coffee brake at a little café and sit on the veranda outside and enjoy both the coffee and sun. That’s what we needed.
Closer to Esperance mining is on again. In the distance we see a whole mountain being pulled down. The view gives us the feeling of a big wound in our beautiful earth. What are they doing?
When we enter Esperance we recognise our old camping immediately. Strangely enough it feels a bit like coming home when we stay on the same spot like in 2007.
We have a nice dinner with marinated minced meat, sweet potato and salad. Yummy.
Wednesday 6 June we walk to the centre via the Esplanade. Nothing special. We have quit a long walk to Woollworth to buy us a recharge for the mobile broadband internet connection.
On the way back we walk over the Dempsetr Street with the high and old Pine trees. The oldest one is planted by the postmaster next to the post office in 1896. Under the tree are benches to sit on especially during the hot summertime that must be welcome.
Just a little further is a street from the old days with small old buildings. Now galleries and art shops took possession of them but they used to be a church or courthouse a.s.o. Small signs in front of the buildings express what they used to be.
Tomorrow is expected to be a rainy day so we might as well drive to Cape Le Grand. A must see according to many people. Lucky Bay in the national park is supposed to have one of the most beautiful beaches. We can stay overnight but if the whether is to bad we might go back to Esperance. We’ll see.
-.-.-.-.-.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten