dinsdag 17 juli 2012

Dat was het dan.


Van maandag 16 t/m woensdag 18 juli hebben we nog dingen gedaan die we de laatste dagen in Sydney nog wilden doen. Zo hebben we maandag met de Aussie clan gezellig geluncht bij de Drummoyne Sailing Club. Hier hebben we ook alvast afscheid genomen van Ian en Robyn. Na de lunch zijn we naar onze cabin terug gegaan om verder te rommelen.


                                        Grote broer



Onze cabin op camping in Dural



Gezellige terrasjes





                                   Laatste foto bij depot

                                          De familie


Darling harbour


Dinsdag zijn we met de stadsbus vanaf de camping naar de stad gereden, een rit van meer dan een uur en dat voor 5 dollar p.p. Daar kunnen ze in Nederland nog een puntje aan zuigen of niet.
In het centrum zijn we op de monorail gestapt en hebben we Darling Harbour en Chinatown nog eens bekeken. Wat is Sydney toch een dynamische en leuke stad.
De terugweg met de bus duurt nog langer door de enorme drukke files rond 18.00 uur. Er zijn wel busbanen maar minder dan in ons land.  
                                                                                                  
’s Avonds gaan we nog een kop koffie halen bij Bob en Milia en nemen we na ruim een uur echt afscheid van ze. Bob is 80 en hij is niet meer zo sterk. Het is de vraag of we hem hierna nog zullen zien. Wie weet komen we nog eens in Australië.
Ondanks goede voornemens gaan we toch pas om 23.00 uur naar bed terwijl we er om 05.00 uur uit moeten om de verschrikkelijke files van Sydney te ontlopen. We willen niet het risico nemen te krap in de tijd te komen onder het motto " Better early than sorry".

Woensdag 18 juli gaat al heel vroeg het wekkertje af. We douchen ons gauw, pakken nog wat laatste spulletjes in, gooien de koffer en XL reistas in de camper en vertrekken.
Oh wat een opluchting het valt zo heel vroeg nog erg mee met het verkeer. Om 06.30 uur zijn we in Botany en besluiten maar even bij MacCafee aan te lopen voor een warme croissant en cappuccino. Mooie gelegenheid om het blog bij te werken.
Heike van Travel Wheels ontvangt ons en is heel geïnteresseerd in onze ervaringen. Leuke meid met hart voor de zaak. Een collega van haar genaamd Allen brengt ons naar het vliegveld. Hij is een Koreaanse jongeman die het hier zo naar de zin heeft dat hij gaat proberen er te blijven. Een baan heeft hij al en dat scheelt.

Na 22.000 km is er dan een eind aan de reis door Australië gekomen. Een heerlijke reis. Wat hebben we genoten van dit schitterende land en zijn aardige, relaxte bevolking. Als we onszelf afvragen wat we het mooist vonden dan moeten we het antwoord daarop schuldig blijven. Elke staat, streek, nationaal park, stad, dorp of gehucht heeft zijn eigen mooie en aantrekkelijke dingen. Nou vooruit een beetje dan. Darwin vonden we heel erg leuk. Het Litchfield nationaal park vinden wij een aanrader. De dorpjes in de outback, daar kan je zo heerlijk wegdromen.
Nou en de schade aan de kampeerauto na al die woeste kilometers is één lekke band, één deukje in de bumper van een trekhaak en een ster in de voorruit door een steen van een roadtrain. Niet slecht toch.
Wij hopen dat degenen die ons blog hebben gevolgd een beetje met ons hebben kunnen meegenieten. Ja, het was best wel een beetje werk zo'n blog bijhouden maar dan heb je ook wat voor later. We gaan er een mooi album van samenstellen met alle reacties en e-mailtjes erin verwerkt.
Waar zal onze volgende reis ons heenbrengen?? :}


                                                                   ************************

                                                                     

maandag 16 juli 2012

Koala park in Dural.


Donderdag 12 t/m zondag 15 juli.
We vertrekken ’s morgens bij Immeke. We hebben de avond ervoor nog een keer bij de Thai gegeten als good bye dinner.
Bij Coofs Harbour stoppen we even bij de “Big Banana” om naar een bepaalde winkel te vragen waar we wat willen kopen. We wilden namelijk bij een Holllandse winkel boerenkool voor mijn broer Bob kopen. Helaas hadden ze dat niet.
Na er te hebben geluncht zijn we doorgereden naar Port Macqairie om daar te overnachten. Het heeft met grote regelmaat geregend en dat doet het nog als we er aankomen en een plaatsje boeken. Het is even droog en in een overmoedige bui loop ik richting het centrumpje zo’n twee km verderop om een paar biertjes te scoren. Halverwege komt het met bakken uit de lucht dus keer ik om en ren gauw terug. Wat een naar weer.

Op vrijdag 13 juli rijden we van de camping weg en bekijken het stadje. Via de toeristische kustweg rijden we zuidelijk richting de Pacific Highway. Deze route hadden we niet willen missen. Wat een mooie plekjes heb je hier langs de kust.
In Sydney aangekomen zijn we eerst naar een andere Hollandse winkel gegaan waarvan Immeke het adres wist. Daar konden we krijgen wat we zochten.
Hierna rijden we naar een Top Tourist Camping in Dural omdat andere campings in Sydney zelf volgens internet slecht scoren. We willen n.l. een optie op een cabin(klein huisje) hebben om ons zelf te verwennen voor we terug gaan en om makkelijker de koffers en tas te pakken. De camping in Dural is inderdaad een topper. Alles prima voor de bakker en een aardige staf.

Zaterdag 14 juli rijden we naar Bob’s huis om te lunchen. Het weerzien is hartstikke leuk en we merken dat hij enthousiast is over onze rondreis. Na de lunch gaan we weer. We maken een afspraak om maandag uit eten te gaan als afscheid.
Op de camping terug bellen we met Shaun, de verhuurder van de kampeerauto om te informeren of we hem nog twee dagen langer kunnen houden. Dat kan dus dat is geregeld en scheelt een hoop gedoe. Hij is zelfs bereid om als we de bus woensdag inleveren ons naar het vliegveld te rijden. Helemaal top.
We hebben voor twee dagen een cabin. Heerlijk even rustig alles uitzoeken en kijken wat we met de spullen doen die nog goed zijn maar die we niet mee kunnen nemen zoals een campingtafeltje, een warme deken, een kacheltje en dat soort dingen. Oude kleren die we in de bush hebben gedragen gooien we weg.

Zondag 15 juli hebben we de route proefgereden van de camping naar de wijk Botany in Sydney om de kampeerauto daar weer af te leveren woensdag a.s. We willen per se een route waarbij we niet op een tolweg of door een toltunnel hoeven en dat lukt wonderwel dankzij onze slimme navigatie. Er zijn geen tolpoortjes om te betalen. Alles gaat elektronisch en dat is een probleem. Het is bijna 40 km en dat betekent dat we daar in de spits bijna 2 uur over gaan doen. Volgens Robyn is het tussen 07.00 en 09.00 uur bumper aan bumper rijden richting centrum. We zijn van plan al heel vroeg te gaan om op eventuele calamiteiten in te kunnen spelen.
Op de terugweg gaan we nog naar een koala centrum vlakbij de camping dat een mini dierentuin blijkt te zijn. Het is er leuk. We hebben vreselijke lol met een witte kakatoe die praat en bedelt. Hij doet dingen na. Als ik even niet oplet en wat voorovergebogen sta te kijken wat Marian doet, steekt hij plotseling zijn kop door het kippegaas en plukt aan mijn hoofdhaar. Marian legt het deels vast op de foto.
Wat we wel naar vinden zijn de dingo's die op een kleine ruimte een beetje verveeld heen en weer sjokken. Het zijn dieren die de ruimte nodig hebben en door de wildernis horen te zwerven van de ene staat naar de ander bijwijze van spreken. 
                                         Gek beest.

                                         Hé blijf van mijn haar af.

                                         Ohh slaap.

                                         In vrijheid in de bomen.

                                         Een wombat lijkt op een grote marmot.

Erge actieve dieren en dan is dit toch zielig om te zien. We hebben geluk dat we toch nog een koala vinden die in vrijheid leeft. Hij zit in de vork van twee takken van een boom en slaapt. Van de 24 uur verslaapt zo’n diertje er 18. Hoezo luilak.


zaterdag 14 juli 2012

Het eind van onze lange reis in zicht.


Tot donderdag 12 juli hebben we bij Immeke gelogeerd. Het was reuze gezellig. De laatste dagen was het helaas niet zo mooi weer en het was ook best wel fris.
We zijn ons aan het voorbereiden geweest op de terugreis. We hebben de bus leeggehaald, schoongemaakt, alles uitgestald, weer ingepakt en oude afgedragen kleding weggedaan. Zo dat scheelt weer heel wat ruimte voor andere spulletjes die we mee willen nemen.
Dinsdagavond zijn we met z’n drieën uit eten gegaan als afscheidje.
Donderdag vetrekken we richting Sydney zo’n 950 km zuidelijker en verwachten er vrijdagmiddag aan te komen. Afhankelijk van of nicht Robyn en haar partner Ian ons nog onderdak kunnen verlenen gaan we nog wel of niet kamperen. Er zijn wat  familieomstandigheden waar zij de nodige aandacht aan moeten besteden.
In ieder geval is het een leuk idee om Bob en de familie nog een keer te ontmoeten voordat we de 18e op het vliegtuig stappen.
We gaan zeker Sydney nog in om ons bekende leuke plekjes te bezoeken. Het idee dat we nu nog maar acht dagen te gaan hebben geeft ons de kriebels maar het is ook heerlijk om straks weer onze eigen “tribe” te zien en in ons eigen bedje te liggen. In ieder geval is de kampeerbus absoluut ons tweede huisje geworden. We zijn er toch een beetje aan gehecht geraakt.


                                                                      -.-.-.-.-.-

Till Thursday 12 July we stayed at Immeke’s place. It was so cool to meet her for the second time this holiday. She is so easy going and she has such a relaxing place to stay.
The days to come we will be anticipating on our slow ending travelling through Oz. So we are going back to Sydney where we started and will arrive there on Friday.
We are not sure if cousin Robyn and her partner Ian can shelter us for a few days because of some family circumstances. Anyway its great to meet brer Bob and his family again before we leave for Holland on the 18 July. We are quit anxious to meet with our own tribe in Holland again and to sleep in our own beds after such a long time. But one thing is for sure, our bus became definitely our second home. We kind a get attached to it. 

maandag 9 juli 2012

Paar dagen Loganholme bij zus.


Vrijdag 6 juli is een dag die we gebruiken om ons voor te bereiden op de reis morgen. We doen de was nog een keer, de kampeerauto krijgt een wasbeurt en we gaan nog een laatste keer het stadje in.
                                         Auto wassen zucht...

We hebben fish en chips gegeten tussen de middag dus vanavond nemen we een broodje en een kop koffie.
’s Avonds spelen we nog een spelletje, lezen nog wat en duiken ons mandje in.

                                                                       .-.-.-.-.-

Zaterdag 7 juli zijn we vroeg uit de veren, ontbijten en hup daar gaan we weer na 10 dagen Hervey Bay. Wat was het er leuk. We gaan naar Loganholme zo’n 300 km naar het zuiden net onder Brisbane. Even oppassen dat we daar niet op één van de tolwegen belanden straks want dat is zo’n gedoe met betalen. Er zijn geen tolpoortjes en alles gaat elektronisch of via internet maar dat is ook een heel lastig te doen als toerist.
Gelukkig gaat het allemaal gesmeerd en rond 15.00 uur komen we bij Immeke aan. Ze heeft ons erg gemist en is blij dat we, zonder dat het in het plan zat, nog een keer langs komen voor een paar dagen voordat we naar Sydney afreizen. Wij zijn niet minder verheugd om haar weer te ontmoeten. Wat een lieve zus en schoonzus hebben we toch.
                                                                       -.-.-.-.-.-

Zondag 8 juli is wakker worden op een andere manier. In een heerlijk zacht bed met een elektrische onderdeken om even op te warmen als je er in stapt. We horen de kookaburra weer als vanouds. Hij heeft ’s morgens zijn vaste stek vlakbij.
Immeke heeft gebakken eitjes gemaakt en we eten gezellig met elkaar. Om 10.30 uur komen Russell en Gwen ons ophalen om  de lunch te gebruiken in de haven van Scarborough waar zij een 15 meter lange en zeewaardige boot hebben liggen. Helaas is de tijd te kort om ermee de zee op te gaan en morgen breekt er weer een nieuwe werkweek aan dus moeten we dat misschien later over een paar jaar nog eens doen. Wie weet.
                                         Gwen en Russell's boot.
                                         Theo en zus.

De lunch is meer een diner zo uitgebreid is het.
Rond 16.00 uur rijden we weer terug over de schitterende, stijl omhooglopende Gateway Bridge (tol) over de Brisbane River.
Wat een gezellige dag hebben we gehad met de familie. Bedankt Gwen en Russell.

                                                                       -.-.-.-.-.-

Friday 6 July we use for doing the last things before leaving Hervey Bay tomorrow to meet sis Immeke in Loganholme for a second but not planned time. So we did the laundry, filled the water tank and gave the van a cleaning in and out.
For the last time we take a walk over the esplanade. We most certainly enjoyed staying her for 10 days. Lovely place, good caravan park and managers.

Saturday 7 July we get up early, have breakfast and leave for Loganholme about 300 km south of Hervey Bay and just under Brisbane. Over there we have to pay attention in order not to get trapt on the toll road or bridge as it is quit difficult as a tourist to pay. There are no toll boots.
Everything goes well and at 3 PM we arrive at Immeke’s place. We all are thrilled to meet each other again. Immeke tells us that she has been missing us.

Sunday 8 July Immeke makes toast, eggs and coffee for breakfast. At 10.30 AM Gwen and Russell will pick us all up for a lunch in Scarborough in the marina where they have a sea worthy boat. The ship is about 15 meters long, has three bedrooms, shower and living area. Really build to stay on for a longer time. Sadly there is not enough time to take the ship out
The lunch is more like a dinner.
At 4 PM we have to go back again. We take the Gateway (toll) bridge. It’s a long and very steep bridge over the Brisbane River.
Thanks Gwen and Russell for taking us out.

                                                           -.-.-.-.-


donderdag 5 juli 2012

Campingdagen is luieren.


Dinsdag 3 en woensdag 4 juli zijn campingdagen. Dat wil zeggen dat we de bus hebben laten staan, lekker in de zon hebben gezeten of gelegen, wat wandelingen in de buurt hebben gemaakt en wat hebben gekletst met andere camping gasten.
Bij één van de wandelingen komen we in een heel mooi park dat tevens een habitat is voor drie soorten vleermuizen. Het is nog daglicht maar wel wat later in de middag als we er een stel in een boom zien hangen. In het park zelf is uitleg over deze dieren.
                                                   Aparte structuur deze boom.

                                         Naast onze bus staat deze den.

                                         Blahh over 14 dagen weer terug naar Nederland.

                                          Vleermuizen. Zwarte en rode.

’s Avonds bellen we de Thai aan de overkant om vast wat voor ons klaar te maken zodat ik het op kan halen (take away).

                                                                       -.-.-.-.-.

Tuesday 3 and Wednesday 4 July we spend on the camping, have a few walks, chat a little with other camping guests and lay in the sun.
During one of the walks we get to a little park that seems to be a habitat for three kinds of flying foxes. There is an explanation on several signs. A few are hanging in trees but most of them stay more up north in a NP near Mackay..
For dinner we call the Thai opposite the caravan park and order a take away.

                                                           -.-.-.-.-.

woensdag 4 juli 2012

Opossum op bezoek.


Maandag 2 juli is wederom een zonnige dag. Marian heeft wat te doen in de camper en dus ga ik alleen een lange strandwandeling maken.
Later op de dag lopen we nog samen het centrum in om in een souvenirwinkeltje wat rond te scharrelen.
’s Avonds koken we zelf wat in de kampkeuken en smikkelen dat lekker op in de camper.
Rond 20.30 uur worden horen we geroezemoes en lichte schorre schreeuwtjes bij onze bus in de buurt. Het blijkt dat er twee opossums op bezoek zijn. Als we kijken zit het dier vlakbij ons tegen de stam van een dennenboom.
                                         Zandbloemen gemaakt door zeediertjes bij eb.

                                                   Schitterende plant in een voortuin.



                                         Mijn vriendje de brush tail opossum.

Ik heb een stukje brood en hou hem dat voor. Hij komt op mijn hand af, grijpt met de vlijmscherpe nageltjes van zijn voorpootjes mijn twee vingers beet, trekt die naar zich toe en trekt met zijn bekje het brood tussen mijn vingers uit. Ik herhaal het kunstje nog een keer. 
Wat een grappige dieren. Ik kan hem zelfs even aanraken. Wat geweldig.
Het lukt Marian om er een foto van te maken.

                                                           -.-.-.-.-

Monday 2 Juli is again a beautiful and Sunny day. Marian has something to take care of in the bus so I go for a long beach walk on my own.
Later in the afternoon we walk to the centre and have a look in a souvenir shop. In the evening we cook our own dinner in the camp kitchen and eat it inside the bus.
It’s about 8.30 PM when we hear some strange sounds near our bus. It seems that we have two opossums visiting us. They are both nearby. I can feed one of them with a peace of bread. Boy do they have sharp nails. He grabs my fingers and pull them to get the bread closer to his mouth. Marian is able to make a photo of this occasion.  Funny animals they are. I can even touch him shortly. Someone tells me they are brush tail opossums.

                                                           -.-.-.-.-.


maandag 2 juli 2012

Zondagse rit omgeving Hervey Bay.


Zondag 1 juli hebben we een tochtje door de omgeving gemaakt. Bij Maryborough hadden we een paar dagen geleden op weg naar Harvey Bay al een levensgroot beeld van Ned Kelly gezien. Dus daar wilden we nog zeker een foto van hebben. Ned Kelly is berucht of beroemd, hoe je het maar bekijkt, als een man die het tegen het gezag opnam samen met zijn broers. De reden was dat ze zijn moeder tot 3 jaar cel hadden veroordeeld voor een opstootje met een agent in functie. Ned bezwoer wraak hiervoor en begon met zijn broers banken te beroven. Er volgden schietpartijen waarbij agenten de dood vonden. In 1880 op 26 jarige leeftijd werd hij, tijdens een confrontatie met een overmacht aan agenten, gekleed in een soort van zwaar harnas tegen de kogels, uiteindelijk neergeschoten en opgehangen.
                                          Kleurrijk torretje op de leuning van de stoel.
                                        
                                         Ned Kelly en Theo.

                                         Vlakbij dejachthaven van Harvey Bay.

                                         Onze B&B van negen jaar geleden.

Harvey Bay is een schitterende plaats waar zoveel te zien en te doen valt. Alleen al de Esplanade langs de stranden is een genoegen. Er zijn overal mooie parkjes met BBQ mogelijkheid en speeltoestellen voor kinderen. Zoals in alle plaatsen die we hebben aangedaan valt ons op dat spullen ten algemene nutte om het zo maar te zeggen, gewoon heel blijven. Er wordt hier niets opzettelijk stuk gemaakt of gestolen. De elektrische BBQ’s worden door iedereen na gebruik schoon gemaakt. Moet je in Nederland mee komen. Toiletgebouwtjes, en daar zijn er vele van, blijven keurig. Geen mens haalt het in zijn hoofd om er een bende van te maken of wc rollen mee te nemen. Graffiti zie je hier niet. Tjonge daar kan Nederland nog een puntje aan zuigen.

                                                           -.-.-.-.-.

Sunday 1 July we made a tour in the surrounding of Harvey Bay. At Maryborough we saw a kind of statue of Ned Kelly, Australia’s most famous outlaw or hero. It depends from which angle you look at this historic man who died in 1880 when he was only 26 years of age. We don’t think we have to explain here who Ned Kelly was.
Harvey Bay is a beautiful town. The Esplanade is many kilometres long and has so much to offer. We love the well maintained parks with BBQ place’s, playgrounds for the kids a.s.o. It stays all so neat and tidy. The things they have here for community use as in many other places we visited, wouldn’t stand a night in Holland.

                                                                       -.-.-.-.-.-

zondag 1 juli 2012

Het weer is omgeslagen. Zon!!


Vrijdag 29 en zaterdag 30 juni zijn twee schitterende dagen geworden. Zaterdag zelfs kunnen zonnen op het strand.
Zaterdagavond is er in een grote pub vlakbij een live band. Daar gaan we zeker even naartoe. Er zijn ook nog jamsessies. Altijd leuk.
Voorlopig kunnen we weer even voort met de kleding want alles is gewassen en gestreken, oh nee strijken daar doen we niet aan.
Gisteravond hebben we video opnamen gemaakt van de duizenden parkieten die ’s avonds op de camping in de bomen komen overnachten. Het is werkelijk een oorverdovend geluid van kwetterende parkietjes. Ik heb de beheerder gevraagd waarom ze per se in een paar specifieke hoge bomen op de camping hun heil zoeken maar hij weet het ook niet. Het enige dat hij weet is dat je de klok er op gelijk kunt zetten wanneer ze komen.
We zijn van plan hier nog een weekje te blijven en dan nog een paar dagen bij Immeke door te brengen in Logan Holme. Daarna moeten we helaas weer zachtjes richting Sydney afzakken want 16 juli moeten we de bus weer inleveren met een beetje schade. Benieuwd of Shean erover begint te zeuren.
De outback van New South Wales, dat wil zeggen de omgeving van Cobar, Wilcannia, Bourke en van Queensland met onder meer Cunnamulla en St. George hebben ons erg verrast. Wat een schitterende omgeving met schilderachtige dorpjes. Wie weet nog eens iets voor later om te doen?

                                                                       -.-.-.-.-.

Friday 29 en Saturday 30 June were bright and Sunny days. Saturday we could even go to the beach for some sun bathing.
Saturday night there is a live band in a big pub nearby. We will most certainly be there to have a drink and yappy. There is also a jam session a little bit earlier.
We plan to stay here for one more week and stay a few days at Immeke’s place. After that we slowly have to go back to Sydney. We have to take the camper van back in on 16 July with some minor damage. Hope Shean won’t start nagging about it.
One thing is for sure the outback of NSW, Cobar, Bourke, Wilcannia and of Qld, Cunnamulla, St. George and Moonie have made a big impression on us. Perhaps we will have a closer look one day? Who knows.

                                                           -.-.-.-.-


vrijdag 29 juni 2012

Weekje Hervey Bay aan de oostkust.


Dinsdag 26 mei. We nemen gauw een douche, eten wat en vertrekken om 08.15 uur richting Dalby. We hebben de hele dag regen en rijden over een uitgesproken slechte weg. De toch al slechte weg loopt in de kuilen en uitgeholde gedeelten vol met water dat tot gevaarlijke situaties leidt. Roadtrains hebben er geen boodschap aan en rauzen met volle kracht door. Sneller dan 80 km per uur rijden is doodeenvoudigweg niet mogelijk en verantwoord.
Zelfs de pauze die we nemen noopt ons to binnen zitten want het komt met bakken uit de lucht.
Rond 16.00 uur komen we in Hervey Bay aan. We gaan niet naar Bundaberg. We zoeken meteen een camping op. Het blijft gieten. Volgens de weersverwachting staan ons nog twee van zulke dagen te wachten voordat het wat beter wordt
.
Woensdag 27 en donderdag 28 juni zijn regenachtig met flinke wind. Geen lol aan dus we maken een korte wandeling en doen met de bus wat boodschappen.
Wel leuk is dat we de schitterende B&B waar we 9 jaar geleden een paar dagen geweest zijn weer terug weten te vinden.
                                         Winter en toch alles groen. Esplanade bij camping.

                                                   Je staat paf van zoveel schoonheid

Gelukkig is schuin tegenover de camping een Thai waar we onze warme hap bestellen. De bus is echt ons huisje geworden. Alles heeft zijn plek en is vertrouwd geworden.
Een biertje of sapje, een hapje eten en een  goed boek doen wonderen tijdens regenachtige dagen.
Morgen is droog weer met zon voorspeld. Het is later in de middag droog geworden. De temperaturen stijgen weer wat. Zou het nog goed komen?

                                                                       .-.-.-.-.-

Tuesday 26 June we have a quick shower, eat a little and at 8.15 AM we are on our way in the direction of Dalby. We won't go to Bundaberg.
It’s really bad whether with a lot of dense rain. This makes the road that is in bad condition more dangerous because of all the water that stays on it. Road trains don’t care and keep on going with full throttle. It’s not possible to drive faster than 80 km per hour.
At 4 PM we arrive in Hervey Bay and choose a site on a camping close to the beach.
The whether forecast tells us that there are two more days to come with rain and winds before it gets any better.

Wednesday 27 June and Thursday 28 June are as expected rainy days. We can make short walks and do some shopping with the bus.
Funny thing is that we are able to find the beautiful B&B where we stayed 9 years ago for a few days. Nothing changed.
Fortunately there is a Thai Restaurant just opposite the camping where we order our take away. Days like these are to stay in bed with a good book, have a zip, a beer and enjoy each others company.
Later in the afternoon on Thursday it stops raining. Tomorrow promises to be dry and sunny. Yiaahhh.

                                                                       -.-.-.-.-



woensdag 27 juni 2012

Via Bollon en St. George naar Moonie.


Maandag 25 juni. We gaan vandaag richting Bundaberg aan de oostkust. Volgens het weerbericht is het daar wat regenachtig maar knapt het wat verder in de week weer op. De dag- en nachttemperaturen zijn er een stuk hoger dan in de outback.
Voordat we Cunnamulla uitrijden gaan we eerst tanken, het centrum bekijken en boodschappen doen. Er is een kruidenierswinkeltje waar we binnen gaan.
Op een pleintje zien we een standbeeld van een zeer bekende Australische zanger en muzikant uit de oude tijd de “Cunnamulla Fella” Slim Dusty.

We kiezen ervoor om via de Balonne Hwy naar het oosten te rijden. Een niet erg gelukkige keuze want de weg vanaf daar tot zowat aan de kust is een drama. Het is een echte 400 km lange outback weg met gaten, kuilen, hobbels en schansen waar je af en toe door gelanceerd wordt. Ik laat later wat lucht uit de banden lopen want we rammelen echt uit elkaar straks. Zo, dat helpt. Straks als de weg beter wordt brengen we de boel wel weer op spanning.
In het plaatsje Bollon pauzeren we even en bekijken het plaatsje. Hier zouden we graag nog eens terugkomen. Wat een klein en alleraardigst dorpje. De mensen zijn in deze gebieden ook zo vriendelijk.
Bij het bezoekerscentrumpje vragen we aan de bejaarde medewerkster wat de beste plek is om koala’s te bekijken want deze plek staat bekend om zijn koala’s. Ze moet ons teleurstellen. Er zijn er de laatste tijd geen gesignaleerd terwijl ze vroeger tot in het dorp kwamen. Zij vermoed dat de koala stand net als in veel andere gebieden sterk aan het achteruitgaan is. Voor een deel wijt ze dat aan de stadshonden (town dogs) die een koala niet versmaden.



Verder rijdend met een gangetje van 100 km per uur, zien we plotseling een emoe uit de bosschages richting de weg rennen, zich bedenken weer terugrennen de bosjes in om er meteen daarop weer uit te sprinten om met ons mee te rennen evenwijdig aan de weg. Vervolgens schiet hij als een speer voor onze bus langs naar de andere kant. Marian en ik liggen in een deuk. Onze snelheid hadden we inmiddels drastisch verminderd natuurlijk. Dit alles roept beelden bij ons op van Miep, Miep, Roadrunner.
Bij St. George rijden we via de brug over de Margaret River. Op een rustplaats net over de brug pauzeren we en eten wat om een half uur later onze weg te vervolgen richting Moonie. 

Volgens ons boekje is er een camping. Als we er aankomen blijkt het een roadhouse (tankstation) te zijn dat tevens dienst doet als dorpshuis, vergaderruimte, pub en restaurant. Geweldig. Op de parkeerplaats er naast nemen we een plekje op een stroomplaats.

We gaan straks een outback hapje eten in het roadhouse. Lijkt ons leuk.
Het is lekker weer ondanks de bewolking. We zetten het tafeltje en de stoeltjes buiten op en hebben uitzicht op de kruising waar van allerlei verkeer samenkomt.
Zo zien we ook, naar wat later blijkt, een jonge Japanner met een grote rugzak op een racefiets. Niets is te gek hier. Blijkt om een student te gaan die een jaar door Australië trekt. Als het al schemerig wordt staat hij op zijn kaart te kijken welke kant hij op moet. Ik ga naar hem toe om hem af te raden nu nog die donkere wegen op te gaan. Je wordt zo naar de andere wereld gereden door een roadtrain. Dat zijn vrachtwagens met drie aanhangers met een totale lengte van bijna 55 meter die met 110 km per uur urenlang doorrossen over de eindeloze wegen. Zij zijn ook de grootste boosdoeners van allerlei “road kill”, het tot moes rijden van allerlei dieren zoals koeien, schapen, geiten, kangoeroes en emoes met hun enorme bull bars.
Hij weet dat het gevaarlijk is en probeert een lift te krijgen van een vrachtwagen. Veel succes jongen doe voorzichtig. Hij lacht vriendelijk en bedankt me.
Het eten in het roadhouse is goed en we genieten er van. In de bus nemen we nog een kop koffie en spelen een spelletje. Morgen weer verder.

                                                           -.-.-.-.-

Monday 25 June we leave de caravanpark and have a look in the centre of Cunnamulla. We do some shopping. On a square we see a statue of well known Australian singer and musician from the old days Slim Dusty the “Cunnamulla Fella”.
We aim for Bundaberg or Hervey Bay. We choose to get there by driving over the Balonne Hwy. Not a happy choice. The road is extremely bad with a lot of corrugation and rough surface. It keeps this way so I decide to lower the tyre pressure in order to arrive in one peace.
In the little place of Bollon we have a rest and have a chat with an older lady of the visitor centre. This is the koala area but she has to disappoint us. They haven’t seen them for a while. They used to get in town but not anymore probably due to town dogs. Bollon is one of those small places where we would like to go back to one day. We like all the places in the outback.
When we go on we suddenly see an emu running out of the bushes, running back into it and coming back again. We already decreased our speed when it decides to cross the road. It was so funny. The resemblance with Miep, Miep, Roadrunner crosses our minds. Marian and I are laughing our tales off. It was so funny.
At St. George we pass the Margaret River and have a rest near it. We have lunch and continue after half an hour.
Just before 4 PM we arrive at Moonie Roadhouse and stay there for the night. It’s cloudy but not cold. We can sit outside.
We have dinner in the roadhouse and enjoy a real outback steak.

                                                           -.-.-.-.-


dinsdag 26 juni 2012

Verder noordelijk naar Cunnamulla.


Zondag 24 juni. Er ligt ‘s morgens rijp op het gras dus dan weet je het wel. Teenslippers aan en gauw douchen. Lekker warm. Wat eten en een kop koffie en weg zijn we. De zon schijnt heerlijk dus prima start.
We rijden het stadje verder in want daar hadden we gisteren even geen zin meer in. Wat zien die outback dorpjes er toch geweldig gezellig uit. In sommige waan je jezelf onderdeel van een western film met van die oude houten gebouwtjes en dito bouwstijl. We maken best veel foto’s want er is veel te zien.
Eén van de meest bezochte plekjes schijnt een groot bierblik te zijn bij een hotel. Daar gaan wij dus ook even langs. Het is inderdaad bijzonder. Volgens beschikbare informatie is het bierblik 5 meter hoog en heeft het een diameter van 2.50 meter. Er kan 22.000 liter in.

                                          Ingang camping Cobar

                                         22.000 liter krijgen we niet op in één jaar

                                         Cobar bezoekerscentrum

                                         Lekkere ruime lift voor twee man

                                         Bush baby

                                         Prairiegras

Ook het bezoekerscentrum is het bekijken waard. Eind 1800 en later werd hierin de administratie gevoerd van de mijnmaatschappij. Er tegenover zijn wat oude spullen tentoongesteld die laten zien hoe vroeger de mensen werden neergelaten in- en hoe materiaal uit de mijn omhoog werd gehesen. Foei, je moet geen last hebben van claustrofobie, ook niet een heel klein beetje.
Een half uurtje later gaan we op weg naar een plaatsje Cunnamulla via Bourke. Dan hebben we onze kilometers voor vandaag weer gehad en overnachten we daar.
Onderweg zien we enorme grote vlaktes met een soort van graan (wheats) dat er verbouwd wordt. Maar er zijn ook enorme grote gebieden met prairiegras noemen we het maar. Daarin zien we zeer regelmatig kangoeroes maar ook emoes rondlopen. Zoveel en zo vaak dat het bijna normaal begint te worden. 
Helaas komen we ook regelmatig doodgereden dieren tegen. Zelfs een enkele emoe is het slachtoffer.
In Cunnamulla rijden we naar de camping. De entree en de verwijzing naar de beheerder (caretaker) zien er wat knullig uit. Het kantoor is vrij sjofel en de ongeveer 40 jarige dame in een oude korte broek, een soort trui met grote schoenen doet vermoeden dat het wat armoedig is allemaal. Het tegendeel is echter waar. De plaatsjes zijn dik voor elkaar. Alles is prima verzorgd en zelfs beter geregeld dan op de zogenaamde 3-4 sterren campings. Zij onderstreept de  gastvrije outback mentaliteit als zij ons uitnodigt om over een uurtje (17.00 uur) bij het kampvuur te komen zitten. Niet veel later wordt het n.l. al donker.

                                                           -.-.-.-.-

Sunday 24 June starts with frost on the grass. We put on our thongs and take a hot shower. Boy that feels good.
The sun shines but the temperatures are still low. Nice start of this brand new day.
We have our breakfast and leave the park.
We have a closer look into this little town. The outback villages and small towns often make you feel like you are part of an old western movie.
In the centre of Cobar seems to be a huge beer can at the hotel. We find it and shoot some photo’s. Near the beautiful old administration building of the mining company from the old days in which the visitors centre is located now a days, we can see some gear that was used to get people into the mine. Boy one should not be claustrophobic.
After half an hour we are on our way to Cunnamulla via Bourke. Cunnamulla will be our destination for today.
It’s a beautiful area that we drive through. There are big fields where the farmers grow wheat. But we also see a lot of prairie grass as we would call it with a lot of wildlife in it.
When we get to Cunnamulla we directly go to the caravan park. We are a bit tired. It shows a bit shabby when we drive in but the opposite is true when we are settled. It’s well organized and even better than the so called 3-4 star parks. The lady caretaker in the back of the park is very friendly. She wears an old short, kind of sweater and big shoes. She is definitely a no nonsense person. She shows us the outback hospitality when she asks us to come and sit at the camp fire that starts in an hour.

                                                           -.-.-.-.-

zondag 24 juni 2012

Naar het noorden, naar warmer weer!

Zaterdag 23 juni lijkt wel een Nederlandse winterochtend. Het is vannacht minstens -4 C geweest. Er is een laag bevroren ijs op de auto. Niet te geloven. Daarvan dat de kachel bleef branden vannacht!
Marian gaat toch douchen in zo’n tochtige badkamer terwijl ik twee stoeltjes uitklap buiten en alle beddengoed er op gooi om uit te slaan. Dat moet zo af en toe om alle stof eruit te krijgen.
We hebben ons gebruikelijke ontbijtje doen nog wat boodschappen en gaan op weg naar Cobar ongeveer 450 km naar het oosten. We willen er overnachten om daarna nog weer noordelijker te gaan via Bourke op naar warmer weer desnoods tot de Steenbokskeerkring. Waarschijnlijk komen we weer op de hoogte van Brisbane in Queensland uit of nog hoger maar dat geeft niets.
De weg naar Cobar over de Barrier Highway is er een om niet te vergeten. Wat een schitterende omgeving en dat met zonnig weer. Heerlijk.
Bij het plaatsje Wilcannia zien we een afslag naar Bourke. Dat hadden we niet verwacht en het scheelt 100-120 km omrijden via Cobar. Navraag leert dat het verderop een onverharde weg wordt. Onbekend is of hij al weer opengesteld is. Degene die we spreken kijkt bedenkelijk als ik vraag of het met een bus is te doen. Nou laat maar, we rijden wel om. Het is hier echt de “outback” en dan wil je niet stil komen te staan met kapotte banden of iets dergelijks op een 335 km lang traject. We hebben maar één reserveband.
Dus we hervatten de geplande route. Als we over de brug over de Darling River rijden net buiten het dorpje vallen onze monden open. Links en rechts in, op en langs de rivier zien we allerlei (water)vogels waaronder witte reigers, de grijs-zwarte variant, aalscholvers, ibissen maar ook pelikanen. Pelikanen verwacht je aan zee maar niet midden op het land bij een rivier.

                                          Onze camping


                                          Darling River

                                          Wat een vergezicht

Onderweg zien we regelmatig groepjes emoes en hier en daar kangoeroes natuurlijk. Er lopen ook heel veel geiten, zo langs de weg. Sommige steken over terwijl je er met 100 aankomt rijden.
Op een parkeerplaats lunchen we. Als ik een eitje aan het bakken ben komen er een vijftal motorrijders en één Jeep aan die er ook pauzeren en een hapje gaan maken. Op de Jeep liggen de tenten en andere spullen. Als we ons hapje op hebben raak ik aan de praat met één van hen en even later met een paar meer. Twee van hen zijn ook politiemensen dus de connectie is er al gauw. Als ze horen dat ik beroepsmatig heb motor gereden en nog steeds motor rijd, is het kringetje helemaal rond. Ze zijn erg geïnteresseerd waar we allemaal al geweest zijn. Zij zijn op weg naar “Cameron Corner”. Zeg maar het drielanden punt. In dit geval drie staten t.w. New South Wales, South Australia en Queensland.
We moeten weer verder dus wij wensen hun na een tijdje het beste en vele veilige kilometers toe. Aardige gasten.
Bij Cobar gaan we meteen naar een camping. Prima plekje voor vannacht. Morgen bekijken we het plaatsje zelf nader. Het heeft een rijke koper, zilver en goud geschiedenis en nog steeds trouwens.

                                                           -.-.-.-.-
Saturday 23 June is like a Dutch winter morning in springtime. It has been at least -4 Celsius at night. Our bus shows a lot of ice on it. That’s why the heater kept running. But no worries the sun is shining so while Marian takes a shower I put all the bedding stuff on a chair outside, clean the van inside and put everything well organized back in.
Our plan is to drive to Cobar  about 450 km’s east and stay there for the night. The next objective is to get to Bourke and even further till the tropic of Capricorn region for nicer whether if necessary. We still have 3 weeks to go so no worries.
It’s a beautiful drive over the Barrier Hwy. At Wilcannia we see a sign to Bourke. Must be a shortcut. I ask someone if the road to Bourke is sealed but it’s not. If I ask him if it accessible for a two wheel drive bus like ours he shakes his head and looks worried. So we decide not to even try it. More than 335 km’s in the real outback is a kind of risk we can’t take with only one spare tyre.
When we go on and we get to the bridge over the Darling River just outside Wilcannia. Unbelievable how much (water)birds we see. Even pelicans. Can you believe it. They ought to live near the sea don’t they?
While driving we see a lot of emus. Some alone, others in groups. After an hour we stop on a rest area and have lunch. Almost at the same time  five motorcyclists do the same. I have a talk with them. Two of the guys are in the police force as well. When I tell them I drove motorcycles professionally and still one privately they are all ears. They are interested how long we are on the road now. They are on their way to “Cameron Corner”. That is the place where three states meet namely NSW, Qld and SA. Nice guys but we have to go so we whish all the best and save driving.
In Cobar we find our selves a nice powered site in a caravan park. Tomorrow we will have a closer look in this old copper mining town.

                                                           -.-.-.-.-



Broken Hill en Silverton

Vrijdag 22 juni douchen we vroeg. We gaan niet ontbijten en koffie drinken. We willen hier weg want het blijft een tankstation met al zijn penetrante geurtjes. Als ik de stroomkabel wil uitpluggen blijkt de schuur op slot te zijn dus hop naar de shop van het tankstation. De deurbelletjes klingelen hevig als ik binnenkom maar er is geen mens te bekennen. Dan maar roepen maar geen mens reageert. Nog eens flink met de deurbelletjes rinkelen en ja hoor daar komt een vrouw tevoorschijn met een slaperig gezicht. Ik loop binnendoor achter haar aan naar de schuur en trek de stekker eruit.
Een kilometer of 20 verderop bij een rustig plekje ontbijten we.
Na een paar honderd kilometer komen we bij Broken Hill en rijden meteen naar de camping die we van vroeger kennen en bespreken er een plaatsje. Het weerzien met deze mijnplaats is geweldig.
Omdat het nog redelijk vroeg is rijden we meteen door naar Silverton, een oud zilvermijn gehuchtje met hele oude in ere gehouden gebouwtjes. In één daarvan woont Jim die een winkeltje heeft in glas in lood voorwerpen en andere zaken die met de hand worden gemaakt. Ook de door mij zo geprezen broeksriemen die van uitzonderlijke kwaliteit zijn. Negen jaar geleden waren we hier ook en hebben er één gekocht en drie jaar geleden nog eens twee over laten komen naar Nederland.
Ik had de eerste riem voor deze gelegenheid mooi opgepoetst en toen hij ons en de riem zag wist hij meteen met wie hij te maken had. Het weerzien was heel hartelijk. Jammer genoeg was zijn vrouw er niet. We halen nog wat herinneringen op, kopen nog twee riemen en nemen na een tijdje weer afscheid nadat Marian een foto van hem en mij heeft gemaakt in zijn winkel genaamd "Beyond 39 Dips". De weg naar Silverton kent n.l. 39 dwarskuilen in de weg. Je rijdt dus eerst naar beneden, dan komt er een sterke knik in de weg en dan meteen weer omhoog.
We rijden nog even verder door het plaatsje want dit is ook de locatie waar (een deel) van de Mad Max 2 film is opgenomen. Het terrein in de buurt leende er zich kennelijk goed voor. Een flink aantal achtergelaten auto’s en buggy’s uit die film zijn als relikwieën achtergelaten.

                                          Jim's winkeltje
                                          en van buiten
                                          Aanvallen


                                          Wilde kamelen zat

We rijden ook nog naar een uitkijkpunt waarvandaan je het begin van de buiging van het Australische continent  kan zien. Zo vlak is het land met een zicht zover als het oog maar reikt, waarschijnlijk honderden kilometers.
We rijden terug naar de camping en nemen ons plaatsje in. Snel de stroom erop want het is al aardig koud dus kacheltje aan.

                                                           -.-.-.-.-

Friday 22 June we take an early shower and want to leave immediately. It’s a fuel and service station with al the typical odours with it so we will have breakfast somewhere else. When I want to unplug the power the shed it still locked so I have to go to the shop. The doorbells make a lot of noise but no one appears to be there. After yanking the door a few times more a sleepy women put her head around a wall and asks if she be of service . Yeah, I want my power cord please. So of we go and have our breakfast 20 k’s down the road.
In Broken Hill we drive directly to the caravan park that we know from early years. It’s a bit bigger then before but we still recognize it all. There are a lot of caravans moving in so we take a powered site for later and drive to Silverton where we will meet Jim. He owes a craft shop, that is he and his wife make small things from coloured glass in lead but also great quality belts. Nine years we were there and we bought handmade belts that today are still in good condition. Only three year ago I ordered two more that he send to us by mail. When we get in his shop with my, for this occasion,  well polished belt and show it to him, he knows immediately who we are. He is a modest over the hill hippy type of man with long hair hanging past his shoulders. We shake hands and have a talk for quit some time. Unfortunately his wife is not at home/ in the shop. Before we leave, Marian takes a photo of him and me in his shop. We leave the shop with two brand new belts. Bye Jim perhaps till a next time?
We have a closer look in the this tiny town where relics are left behind from the movie Mad Max 2 that was (partially) filmed here.
We take a lot of photo’s and drive back to Broken Hill, move into our powered site and put on the heater. Boy it’s getting cold.

                                                           -.-.-.-.-